Bijlmerplein
30 juli
Schaafijs & Wilde Bussen
Lopend over het Bijlmerplein komt ineens een van de twee vuilinsauto’s voorbijrijden die Ramon Bruijning en André Sontosoemarto in 2010 beschilderden. Beide Surinaamse kunstenaars kwamen dat jaar op uitnodiging naar Nederland om enkele weken te schilderen in het kader van het boek en de gelijknamige tentoonstelling ‘Schaafijs & Wilde Bussen’. De chauffeurs van de vuilniswagen die Ramon acht jaar geleden op de vuilnisauto schilderde, zitten nog goed in de lak. Ik vraag de dienstdoende vuilnisman of ik een foto mag maken van hem en de auto, vertel hem dat ik de schilder goed ken en dat diezelfde schilder het schaafijskarretje van Carlo in de Amsterdamse Poort van portretten van Gandhi en Nelson Mandela voorzag. Hij wil wel op de foto, maar ik moet even wachten tot de vuilnisauto stil staat. Wanneer het zover is poseert hij stralend voor de auto en roept: ‘Snel, nu!’ Ik ben er te laat bij, de auto zet zich alweer in beweging en hij volgt al snel.
Ramon vertelde me een keer dat hij erg houdt van de humor van Gummbah. Ik besloot de volgende keer dat ik naar Suriname ging een stapeltje Gummbah-tekeningen voor hem mee te nemen. En nu zie ik op het Bijlmerplein Deirde op het schaafijskarretje van Carlo staan!
Scootmobiel
Op het Bijlmerplein spreek ik een oudere Surinaamse man op zijn scootmobiel aan en informeer of ik hem wat mag vragen. Op zijn bevestigende antwoord vertel ik hem over de wereldtentoonstelling van 1883. Ik vraag hem vervolgens of hij bekend is met deze geschiedenis. Hij schudt zijn hoofd en zegt ‘Er zijn er zoveel’. ‘Zoveel wat?’, vraag ik hem. Hij geeft geen antwoord, kijkt de andere kant op. ‘Ik kan u beter met rust laten, geloof ik’, zeg ik.
Hij knikt instemmend en draait zich in zijn scootmobiel nog verder van mij af.
Louis Armstrong in de Bijlmer
Twee mannen lopen parallel aan elkaar door een van de drukke winkelstraten van de Amsterdamse Poort, zo’n 10 meter scheidt hen van elkaar. Tussen hen door loopt het winkelende publiek. De ene man roept luidkeels naar de ander: ‘Louis Armstrong! Louis Armstrong!’ terwijl hij naar hem wijst. En de ander antwoordt, grijnzend en terugwijzend: ‘Plastic Papa! Plastic Papa!’ Ze herhalen hun yell een aantal keer, totdat ze zwaaiend ieder hun eigen weg vervolgen.
Beetje haast
‘Dag mevrouw, mag ik u wat vragen?’
De vrouw loopt door en schudt ‘nee’ met haar hoofd terwijl ze zegt ‘Ik heb even een beetje haast hoor’.