14 februari 2019
Ma chère Jacqueline
Vandaag in De Standaard enkele kaarten uit mijn collectie die de Franse soldaat Georges Friquet aan zijn geliefde Jacqueline B. stuurde.
Van juni 1955 tot oktober 1957 stuurde Georges Friquet meer dan 100 ansichtkaarten aan zijn geliefde Jacqueline B. Aanvankelijk vanuit de Elzas, maar vanaf maart 1956 anderhalf jaar lang vanuit la Meskiana, een gehucht in Algerije waar Georges als soldaat gelegerd was. Behalve hartjes met daarin de initialen van beide geliefden tekende hij soms een palmboom of een soldaat om Jacqueline deelgenoot te maken van zijn overzeese leven.
De laatste kaart dateert van 24 oktober 1957, Georges is dan al weer twee weken terug in Frankrijk. Hij schrijft dat hij met de trein naar Troyes komt, ‘je vindt me niet op het station maar in de rue Raymond Poincaré omdat ik samen met een vriend kom…tot morgen, schat.’
De voorzijden van de kaarten tonen steevast suikerzoete plaatjes van amoureuze stelletjes, de tekst op de achterkant heeft iemand (Jacqueline B.?) met groene verf onleesbaar proberen te maken omdat de (scabreuze?) tekst kennelijk niet voor iedereen bedoeld was. Sommige regels en kaarten zijn desondanks nog redelijk leesbaar, veel ‘chérie’, ‘mon trésor’, ‘mon amour’ en ‘je t’aime’. Enkele kaarten wisten de groene kwast zelfs te weerstaan, zodat de liefdesgeschiedenis nu uiteindelijk toch een groter publiek krijgt.
De Standaard – 14 februari 2019