Museale voorziening Slavernijverleden
Guilly Koster
22 juli 2018
Guilly Koster presenteerde precies een week geleden de Informatiebijeenkomst museale voorziening Slavernijverleden in het Bijlmer Parktheater. Hij doet dat op nu eens luchtige, dan weer (semi-) strenge wijze. Meteen vanaf de aftrap zit de sfeer er goed in, het is rumoerig. Koster doet zijn schoenen uit en presenteert de bijeenkomst op blote voeten, zo heeft hij ‘contact met de aarde’.
Iemand uit het publiek vraagt of we, voordat de bijeenkomst echt van start gaat, ‘een minuut stilte in acht kunnen nemen voor onze voorouders’. Koster stemt met het voorstel in, en terwijl de zaal stil is (iedereen is gaan staan) klinkt er een ringtone. ‘Onze voorouders bellen’, zegt Koster, waarop een man in het publiek hem venijnig toebijt ‘Mijnheer Koster, u gaat niet de spot drijven met onze voorouders!’ Koster noemt zijn reactie ‘gezond sarcasme’, en daarmee is de kous voor hem af.
Meteen nadat de minuut stilte voorbij is staat er iemand in het publiek op die ook een minuut stilte wil voor alle slaven die er nu nog zijn. ‘Pardon!!’ roept mijn buurvrouw ter linkerzijde heel hard, en niet alleen zij reageert geagiteerd. Er ontstaat een tumult, willen we hier wel of geen minuut stilte voor de hedendaagse slaven? Uiteindelijk hakt Koster de knoop door en zegt ‘ik heb de regie, ik bepaal wie er spreektijd krijgt’. Hij beslist de thans levende slaven niet ook ook nog een stilteminutut te geven . En nog steeds wil de bijeenkomst niet echt van start gaan, want nu roept een vrouw ‘Guilly, de uitspraken die je op radio Mart deed zijn niet ok!’ Koster repliceert dat hij niet objectief is, ‘ik word betaald om het gesprek te leiden’.
Voordat we dan echt beginnen slaat Koster nog een paar piketpaaltjes. Hij zegt dat we ‘hier te maken (hebben) met een dossier waar veel pijn zit. Jouw pijn is niet erger dan mijn pijn, we hebben wederzijds respect voor elkaars pijnen. De Atlantische Oceaan is één groot massagraf vol met jouw zusters, mijn zusters en andere zusters’. En ook: ‘De toekomst wordt door ons allen bepaald, niet door één persoon’.
Rutger Groot Wassink
Hij stelt de verse wethouder Rutger Groot Wassink (Groen Links) aan de zaal voor, Simion Blom (Groen Links) wordt bedankt de ‘museale voorziening Slavernijverleden’ op de kaart te hebben gezet, zodat we hier nu met z’n allen zitten. Er is wat verwarring over de term museale voorziening Slavernijverleden, bij veel mensen leeft het idee en de hoop dat een museale voorziening uiteindelijk hetzelfde is als een museum. Groot Wassink benadrukt dat het om een nationale voorziening gaat, en dat het vanzelf spreekt dat hij de voorziening uiteindelijk het liefst in Amsterdam tot stand ziet komen. Even later ontstaat er weer tumult en Koster zegt ‘Ik geef jullie net een compliment dat het goed gaat, maar als we allemaal door elkaar gaan praten wordt ’t een freaking kippenhok!’
Enkele leden van de adviescommissie
Koster stelt de leden van de adviescommissie aan de zaal voor, alleen de voorzitter (Kathleen Ferrier) kon vanmiddag helaas niet aanwezig zijn. Hij vertelt dat er ook mensen gevraagd zijn plaats te nemen in de commissie die voor de eer bedankt hebben omdat er wellicht sprake zou kunnen zijn van conflicterende belangen. Deze middag is bedoeld als een informatiebijeenkomst, benadrukt Koster, bezoekers krijgen informatie over de stand van zaken en een toelichting op de ‘open call‘, de oproep om een verkennend plan in te dienen voor de museale voorziening Slavernijverleden. Er zal te zijner tijd een ‘matchingsborrel‘ worden georganiseerd zodat mensen die nog op zoek zijn naar geschikte partners voor hun plan die daar ter plekke kunnen ontmoeten.
Wanneer het weer rumoerig dreigt te worden roept Koster ten enenmale ‘Laten we dit afspreken mensen: laten we elkaar respecteren, dat is de enige afspraak die ik hier wil maken’.
Een vertegenwoordiger van de werkgroep Merapi merkt op dat het hem verbaast dat het steeds alleen maar over de transatlantische slavernij gaat, alsof er verder geen slavernij bestaat met betrekking tot de Nederlandse koloniën, ‘het gaat dus over een klein deel van de slavernij in de Nederlandse geschiedenis’, zegt hij. ‘We hebben het hier over voetbal, en niet over korfbal’ onderbreekt Koster hem. Volgens hem was het vanaf het begin duidelijk dat de transatlantische slavernij de insteek van deze bijeenkomst is. En ja, natuurlijk is dat niet de enige vorm van slavernij die te relateren is aan het Nederlandse koloniale verleden , maar andere groepen dienen zich op een ander moment te mobiliseren, ‘ik bewaak de grenzen van het gesprek’.
Guilly Koster
Verder gaat het over de samenstelling van de adviescommissie (‘er zit niemand in de commissie die in Afrika geboren is’, zegt een toehoorder, waarop Groot Wassink zegt dat hij dat geen voorwaarde vindt), over de inbreng van andere provincies van Nederland met betrekking tot de museale voorziening Slavernijverleden, over de inbreng van het NiNsee (Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis), over de relatieve laaggeletterdheid van de bewoners van Amsterdam Zuidoost met betrekking tot het indienen van een voorstel. Koster besluit de middag met te zeggen dat hij vindt dat het wat hem betreft een geslaagde bijeenkomst was, hij wil nog een keer benadrukken dat ‘het museum niet voor de nazaten is maar voor de nono’s die van niets weten’. Mijn buurvrouw zegt dat het goed is dat de bijeenkomst kennelijk zoveel losmaakt, dat het een positief teken is dat de gemoederen zo in beweging zijn. Applaus uit de zaal. En dan voor iedereen een borrel.